-
1 deelnemen aan
teilnehmen an -
2 deelnemen aan
v. take part in, share in, join in -
3 deelnemen aan een debat
deelnemen aan een debatVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > deelnemen aan een debat
-
4 deelnemen aan een examen
deelnemen aan een examenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > deelnemen aan een examen
-
5 deelnemen aan een protestmars
deelnemen aan een protestmarsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > deelnemen aan een protestmars
-
6 deelnemen aan het Avondmaal
deelnemen aan het AvondmaalVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > deelnemen aan het Avondmaal
-
7 deelnemen
1 [meedoen] participate (in) ⇒ take part (in), 〈 aanwezig zijn〉 attend, enter 〈 wedstrijd〉, compete (in) 〈 wedstrijd〉, join (in) 〈 gesprek〉2 [meevoelen] sympathize (with)♦voorbeelden:1 aan een wedstrijd/optocht deelnemen • take part in a contest/paradedeelnemen aan een examen • take an exam -
8 aan een debat deelnemen
aan een debat deelnemen -
9 aan het gelag deelnemen
aan het gelag deelnemen -
10 aan de wereldbeker deelnemen
aan de wereldbeker deelnemenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aan de wereldbeker deelnemen
-
11 aan een wedstrijd/optocht deelnemen
aan een wedstrijd/optocht deelnementake part in a contest/paradeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aan een wedstrijd/optocht deelnemen
-
12 deelnemen
принимать участие; участвовать; участвовать принять участие* * **1) участвовать, принимать участие (aan, in — в)2) сочувствовать (in — кому в чём)* * *гл.общ. принимать участие, участвовать (aan iets- в чём-л.) -
13 aan iets deelnemen
sich an etw. beteiligen -
14 de mensen die niet aan het arbeidsproces deelnemen
de mensen die niet aan het arbeidsproces deelnemenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de mensen die niet aan het arbeidsproces deelnemen
-
15 engage in a discussion
deelnemen aan een discussie; in een discussie betrokken worden -
16 participate in a discussion
deelnemen aan een discussie -
17 play at
deelnemen aan; doen alsof -
18 run in primaries
deelnemen aan voorverkiezingen -
19 partake
v. deelnemen aan♦voorbeelden: -
20 race
n. race; wedstrijd; ras, soort, afkomst--------v. rennen; deelnemen aan een wedlooprace1[ rees] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 wedren/loop ⇒ race2 sterke stroom/stroming4 ras5 volk ⇒ natie, stam; slag, klasse♦voorbeelden:out of/in the race • kansloos/met een goede kans (om te winnen)the races • de (honden/paarden)rennen————————race21 wedlopen ⇒ aan een wedloop deelnemen, een wedstrijd houden2 rennen ⇒ hollen, snellen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Socialistische partij — Vorsitzender Logo (Jan Marijnissen) Wahlspruch: menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit „Menschliche Würde, Gleichheit und Solidarität“ Basisdaten Gründungs … Deutsch Wikipedia
Socialistische Partij — Sozialistische Partei Parteivorsitzender Jan Marijnissen … Deutsch Wikipedia